Onze applicaties bewerken gegevens die ergens opgeslagen zijn. Dit opslaan gebeurt in databases en de programmeertaal om databases te benaderen is SQL. In deze introductie leer je de basisbegrippen van SQL die je nodig hebt in de dagelijkse praktijk:
gegevens ophalen (select)
gegevens wijzigen (insert, update, delete)
tabellen maken
relaties tussen tabellen leggen (joins, foreign keys)
Je krijgt niet alleen theorie maar leert ook in de praktijk deze taal toe te passen.