Leg hierbij uit wat Javac is en doet, wat een JVM is en doet en wat een JAR file is en doet. Teken het proces van source file naar class file en de rol van Eclipse.

Teken een applicatie met een database aan de onderkant, en een browser aan de bovenkant.

Leg uit wat de database doet en wat SQL daarbij voor rol speelt. Bijv. tabellen en kolommen. Leg uit dat het programma werkt met begrippen als Leerling en dat een Leerling gedrag heeft. Leg uit dat een tabel kolommen heeft als geboortedatum en naam, en dat je om de gegevens van de database naar de applicatie en de gebruiker te krijgen je gebruik maakt van code van anderen (Hibernate) en dat dat aangeleverd wordt als een JAR bestand, dat we gebruiken in onze applicatie.

Leg uit dat de applicatie o.a. HTML uitspuugt en daarvoor gebruiken we Wicket om van Java naar HTML te gaan, ook een bibliotheek van externen.

Om deze bibliotheken te beheren gebruiken we Maven. De bibliotheken komen van een centrale plek op het internet, en wij hebben daar een kopie van onder de naam Artifactory. Teken dit uit op het bord.

Reden voor Artifactory: als iedereen op de wereld met de centrale plek zou communiceren om de gegevens op te halen kost dat erg veel geld, en bandbreedte, dus maken we voor onze 50 interne ontwikkelaars een lokale kopie, die zelf met één connectie naar de centrale plek werkt.

Leg ook uit dat je vanuit huis niet zomaar bij onze Artifactory komt omdat daar ook onze eigen broncode op staat, en dat we niet willen dat Magister daar zomaar bij kan. Daar heb je het VPN voor nodig.

Leg uit wat een applicatie bij ons doet: JSON, JPGs, PDFs, HTML uitspuwen, JavaScript en CSS.

Daarna leg je uit hoe een applicatie er gelaagd uitziet. Sta erbij stil dat de bovenste laag alleen HTML genereert voor de browser, of berichten voor andere applicaties (XML, JSON, iOS applicaties, of bijv. DUO). Leg uit dat er een database onder de applicatie ligt, en dat er soms een scheiding is tussen de database en REST aan de ene kant, en de HTML generende applicatie (of iOS/Android applicaties) aan de andere kant.

Leg uit dat de database Oracle, MySql, Postgresql of SQLServer kan zijn. Leg uit dat voor de communicatie gebruik gemaakt wordt van JDBC. Hibernate gebruikt JDBC om van SQL Java objecten te maken.

Geef aan dat er verschillende lagen in de applicatie zijn:

Geef aan dat het Java proces op de server "Applicatie server" heet, en bij ons door Tomcat of Wildfly geïmplementeerd is. Illustreer de rol van de server door aan te geven dat deze honderden, duizenden gebruikers van de applicatie in goede banen leidt en er voor zorgt dat er op een standaard manier gecommuniceerd kan worden met andere componenten.